We blijven graag nog even hangen bij de dieren van boer Jef.
Wat weten we nog over ons bezoek aan boer Jef?
'we hebben een ijsje gegeten!'
Ja, dat hebben we inderdaad gedaan, en we vonden het allemaal heel lekker!
Maar er waren ook veel dieren op de boerderij, welke dieren?
Boer Jef had 1 varken, een echt roos biggetje.
In onze klas hebben we verschillende 'hespen' in verschillende kleuren,
maar ocharme, de varkentjes zijn hun staartje kwijt.
We kijken goed naar de kleur én naar de grootte van het varken.
Konijn krijgt een papieren pelsje.
Op zoek naar het dier dat in de andere richting kijkt.
Na het bezoek aan het witloofbedrijf, kocht juf een zakje witloof.
Wat gaan we maken met het witloof?
Soep, gebakken witloof met hespblokjes in de pan, een witloofsla of confituur?
We gaan stemmen, waar de hoogste toren staat, dat gaan we maken!
De toren bij de soep is het hoogst, we gaan witloofsoep maken!
donderdag wordt onze kookdag.
met de foamborstel schilderen we gras voor ons konijn, met een penseel schilderen we de lucht.
Juf heeft een tekening van een huifkar in stukken geknipt.
Wij maken de tekening weer kompleet.
't Is donderdag, we gaan koken.
We doen niet alleen witloof in de soep, maar ook uien en een prei, kruiden, tijm, laurier en peperbolletjes en bouillonblokjes.
Onze kruiden stoppen we in dit grappige bot.
juf heeft de prei gesneden, onze ogen pikken een heel klein beetje, maar bij juf lopen de tranen uit de ogen, het is alsof ze weent!
Witloof is niet zo moeilijk te snijden zegt juf, we worden aan het werk gezet.
We moeten wel opletten, ons mes goed gebruiken en we eten witloofsoep, geen 'vingertjessoep'.
We bekijken onze juf eens eigenaardig, wat zegt ze nu toch weer!
Sommige kleuters snijden witloof alsof ze hele dagen niets anders doen, voor anderen is het toch een klus!
We dekken de tafel, voor iedereen een placematje, een kommetje en een lepel.
De soep is nog warm, blazen maar en dan proeven.
Iedereen lust de soep.
Gilles heeft genoeg met één kommetje: 'ik vind de soep wel lekker, maar ik heb geen honger meer.'
De andere kindjes willen allemaal nog!
Als ons buikje goed gevuld is, kunnen we weer werken, nog enkele kleutertjes schilderen het gras en de lucht voor hun konijn.
anderen puzzelen hun huifkar.
een boekje lezen, dat is atijd gezellig.
Een boerderij in onze klas.
Een varken, dat spreekt wel aan.
We mengen rood en wit, en kijk nu, we hebben zelf roze gemaakt.
Khaan heeft zijn eigen, originele manier om zijn schort te dragen.
Sterrenchef Mats bereidt een maaltijd.
We zoeken het dier dat bij de schaduw hoort, maar eerst moeten we onze dieren uitknippen.
We maken een modderpoeltje voor ons varken, daarvoor mengen we verf met bloem.
Onze gevoelensronde, we hebben blije kleuters, dat vinden we superleuk!
We proberen uit te leggen waarom we blij zijn.
Makkelijk is dat niet, maar oefening baart kunst en het begint toch al een beetje te lukken.
Allemaal blije kleuters!
We luisteren naar geluiden op de cd en kijken naar een vertelplaat van Jules.
Als we een dier herkennen leggen we er een jeton op.
De mezen zijn erg ijverig, er wordt heel wat over en weer gevlogen.
Het mezenjong heeft honger, af en toe komt hij/zij piepen waar zijn/haar eten blijft.
De mezen zullen weldra uitvliegen.
Er worden nog modderpoelen geschilderd.
en er wordt ook nog geknipt en geplakt
Zou Ruben aan de strijk beginnen?
Alyssa heeft honger.
op zoek naar het dier en haar jong.
en nog moeder en kind.
De vertelplaat wordt nog eens bekeken de dieren geluiden worden nagebootst.
Dit is ook een leuk spel, onderaan staan mama en papa dier, wij leggen bovenaan de kaartjes van de dieren hun woonst, hun jong en hun eten en ondertussen vertellen onze kapoentjes maar wat ze zien op hun kaartjes.
Niet alleen aan het station van Mechelen wordt hard gewerkt, ook het spoornetwerk in onze klas is in voortdurende opbouw.
De eikel die we meebrachten uit het park van Tivoli kiemt.
Juf had thuis ook nog een eikel liggen en daar is al een beginnende boom uit gegroeid.
Helaas, de prille boompjes zijn in onze klas blijven staan en het kan héél warm worden in onze klas, net iets te warm voor een jonge boom...
Ons konijn moet nog kunnen zien, daar heeft hij ogen voor nodig.
We oefenen (dramatiseren) ons versje.
Brrr, zegt het paard met zijn bibberlip,
Mèèèèèèh, zegt het schaap
Tok, zegt de kip
Konijn wil ook wat zeggen, maar weet niet hoe...
Boe, boe, boe, zegt de koe
We huppelen als een konijn,
We kleuren de dieren voor ons versje.
'Juf, mag ik een puzzel maken?'
We plakken de dieren bij ons versje.
't Is toch waar dat de kleutertijd een mooie periode is!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten