We hebben een kanarie en goudvissen in onze klas, maar er zijn ook grote dieren, die we niet als huisdier kunnen houden.
Meestal leven deze dieren in het wild, 'een eindje' hier vandaan.
Maar eigenlijk heel kort bij onze school is een dierenpark, Planckendael.
Je kan dit wel een park noemen, de dieren hebben er veel ruimte, en wij kunnen er wandelen in de natuur. We gaan op bezoek naar Planckendael.
Juf hoort eens rond of er ouders zijn met een abonnement en geen kindjes in onze klas hebben.
Bieke heeft een abonnement, haar 3 jongens zitten al in de lagere school, zij kan 6 kindjes vervoeren en zij wil wel met ons mee.
Dat is dan geregeld!
Maandag leest juf het boekje voor van Jules.
Ook Jules gaat naar de dierentuin.
Wout komt wel vaker in Planckendael, hij kan ons vertellen of de dieren uit Jules zijn dierentuin ook in Plancendael zijn.
We leren een liedje, een beetje een gek liedje.
'ik wil geen hond, ik wil geen poes, ik wil geen papegaai.
Het liefste wat ik wil is een grote groene krokodil!'
'Dat kan niet!' zegt Wannes meteen, 'die gaat mij opeten'.
'Zo een krokodil wil ik niet, ik wil een lieve, grote groene krokodil' gaat juf door.
'Zou er in Planckendael een krokodil zijn? Dan kunnen we aan een verzorger vragen of we de krokodil mee naar huis mogen nemen' vraagt juf zich af.
'Neen, juf, er zijn geen krokodillen in Planckendael' weet Wout ons te vertellen.
Als juf na de speeltijd buiten komt, wordt ze erg enthousiast onthaald door de kleuters.
'kijk juf, wij hebben nootjes'
'mmm, beukennootjes, dat vind ik lekker! Waar hebben jullie die gevonden?'
'Daar liggen die gewoon!'
'Kom we gaan eens kijken'
Toch vreemd, juf is al zolang op school en ze weet nog steeds niet dat we beukennootjes kunnen vinden op school, en dan weet ze nog niet eens waar die nootjes vandaan komen!
Geen wonder dat ze niet verder geraakt dan de eerste kleuterklas...
Dit is de boom.
'De nootjes vallen uit deze boom'
'Aha, dit is een beuk' weet juf plots.
'beukennootjes zijn de vruchten van een beuk'
We verzamelen enkele beukennootjes en beukennapjes en enkele bladeren van de beuk.
'Mag je dit zo in je mond stoppen?' willen de kindjes nog weten.
Maar neen, dat mag niet, we moeten de noot pellen.
We moeten ook nog weten dat we het beukennapje niet mogen eten, de beukennootjes wonen in de beukennapjes en als ze klaar zijn om gegeten te worden, vallen ze uit de beukennapjes.
Het zijn veel moeilijke woorden, maar wij gaan proberen om beukennoot, beukennapje en beuk te onthouden.
Het proeven kan beginnen.
Sommige kindjes vinden het lekker, anderen niet.
Dat kan, niet iedereen lust alles.
We nemen enkele nootjes en beukennapjes mee naar de klas en proeven.
De nootjes pellen is niet zo makkelijk, we roepen de hulp van juf in, en als zij het ons een paar keer getoond heeft, lukt het ons af en toe ook, joepie!
Artur en Mathea hebben hun rugzakje klaar gemaakt om naar Planckendael te gaan.
We ordenen olifanten van klein naar groot, of van groot naar klein, naargelang de opdracht die we kregen.
Dinsdag gingen we op uitstap naar Planckendael.
Het was een hele onderneming om alle stoeltjes in de auto te zetten en dan alle kindjes vast te riemen.
Bij het binnenkomen zagen we meteen heel veel vogels, één gier leek vast te hangen in een net, hij wilde ontstnappen, denken we...
De neushoorn is een groot dier, met dikke poten.
Een soort kraanvogel komt tegen het raam tikken, dat vinden we leuk.
We vinden het leuk dat er wat actie is bij de dieren.
Het sneeuwluipaard komt zich graag presenteren.
Bieke, de knuffelpapa en juf vinden het een heel mooi dier, met een prachtige staart, wij vinden het dier een beetje te lui, er zit niet genoeg actie in.
De olifanten zijn buiten, ze laten zien hoe ze eten en er geeft er ene een demonstratie hoe een olifant drinkt.
kijken naar de olifanten, dat vinden we wel leuk.
Artur wil weten wat er onder hem te zien is.
Genoeg olifanten gezien, 'juf gaan we naar het volgende dier?
De leeuwen genieten van de zon.
Er zwemmen grote vissen in Planckendael.
De ooievaar, die kom je in en rond Planckendael tegen, je kan ze van ver horen klepperen.
Het is een hele mooie dag, we kunnen buiten eten.
Als je naar de dierentuin gaat, moet je een aap gezien hebben.
Zou dit een kabouterdorp zijn?
En nog ooievaars, mooie, grote vogels, met hele lange poten.
Wout heeft deze mooie paddestoel gezien.
De vliegenzwam heeft al wat van zijn kleur verloren.
De zebra's vinden we wel leuk, er is een kleuterzebra die vrolijk rond huppelt en gekke sprongen maakt.
Aan de kant zit een eend.
'mag ik ze aaien?' vraagt Wout.
Wout is een rustige jongen, dus hij mag het proberen, maar de eend heeft er geen zin in, uiteraard laten we haar dan gerust.
'Kijk juf, nog paddenstoelen!'
We zijn nog steeds op zoek naar een krokodil, maar nu komen we bij de giraffen terecht.
De giraffen komen naar ons toe, ze willen ons allemaal groeten.
'Juf, we hebben een krokodil gevonden! Maar het is geen groene...'
juf denkt dat het geen echte krokodil is, maar wij twijfelen.
Er zijn heel veel vissen bij de krokodil in de vijver, het lijkt alsof ze gaan knabbelen aan de krokodil, maar onze kindjes twijfelen, gaan ze nu kusjes geven, of gaan ze nu knuffelen, we weten het niet echt.
We zijn moe van het slenteren, we gaan terug richting auto.
Meestal leven deze dieren in het wild, 'een eindje' hier vandaan.
Maar eigenlijk heel kort bij onze school is een dierenpark, Planckendael.
Je kan dit wel een park noemen, de dieren hebben er veel ruimte, en wij kunnen er wandelen in de natuur. We gaan op bezoek naar Planckendael.
Juf hoort eens rond of er ouders zijn met een abonnement en geen kindjes in onze klas hebben.
Bieke heeft een abonnement, haar 3 jongens zitten al in de lagere school, zij kan 6 kindjes vervoeren en zij wil wel met ons mee.
Dat is dan geregeld!
Maandag leest juf het boekje voor van Jules.
Ook Jules gaat naar de dierentuin.
Wout komt wel vaker in Planckendael, hij kan ons vertellen of de dieren uit Jules zijn dierentuin ook in Plancendael zijn.
We leren een liedje, een beetje een gek liedje.
'ik wil geen hond, ik wil geen poes, ik wil geen papegaai.
Het liefste wat ik wil is een grote groene krokodil!'
'Dat kan niet!' zegt Wannes meteen, 'die gaat mij opeten'.
'Zo een krokodil wil ik niet, ik wil een lieve, grote groene krokodil' gaat juf door.
'Zou er in Planckendael een krokodil zijn? Dan kunnen we aan een verzorger vragen of we de krokodil mee naar huis mogen nemen' vraagt juf zich af.
'Neen, juf, er zijn geen krokodillen in Planckendael' weet Wout ons te vertellen.
Als juf na de speeltijd buiten komt, wordt ze erg enthousiast onthaald door de kleuters.
'kijk juf, wij hebben nootjes'
'mmm, beukennootjes, dat vind ik lekker! Waar hebben jullie die gevonden?'
'Daar liggen die gewoon!'
'Kom we gaan eens kijken'
Toch vreemd, juf is al zolang op school en ze weet nog steeds niet dat we beukennootjes kunnen vinden op school, en dan weet ze nog niet eens waar die nootjes vandaan komen!
Geen wonder dat ze niet verder geraakt dan de eerste kleuterklas...
Dit is de boom.
'De nootjes vallen uit deze boom'
'Aha, dit is een beuk' weet juf plots.
'beukennootjes zijn de vruchten van een beuk'
We verzamelen enkele beukennootjes en beukennapjes en enkele bladeren van de beuk.
'Mag je dit zo in je mond stoppen?' willen de kindjes nog weten.
Maar neen, dat mag niet, we moeten de noot pellen.
We moeten ook nog weten dat we het beukennapje niet mogen eten, de beukennootjes wonen in de beukennapjes en als ze klaar zijn om gegeten te worden, vallen ze uit de beukennapjes.
Het zijn veel moeilijke woorden, maar wij gaan proberen om beukennoot, beukennapje en beuk te onthouden.
Het proeven kan beginnen.
Sommige kindjes vinden het lekker, anderen niet.
Dat kan, niet iedereen lust alles.
We nemen enkele nootjes en beukennapjes mee naar de klas en proeven.
De nootjes pellen is niet zo makkelijk, we roepen de hulp van juf in, en als zij het ons een paar keer getoond heeft, lukt het ons af en toe ook, joepie!
Artur en Mathea hebben hun rugzakje klaar gemaakt om naar Planckendael te gaan.
We ordenen olifanten van klein naar groot, of van groot naar klein, naargelang de opdracht die we kregen.
Dinsdag gingen we op uitstap naar Planckendael.
Het was een hele onderneming om alle stoeltjes in de auto te zetten en dan alle kindjes vast te riemen.
Bij het binnenkomen zagen we meteen heel veel vogels, één gier leek vast te hangen in een net, hij wilde ontstnappen, denken we...
De neushoorn is een groot dier, met dikke poten.
Een soort kraanvogel komt tegen het raam tikken, dat vinden we leuk.
We vinden het leuk dat er wat actie is bij de dieren.
Het sneeuwluipaard komt zich graag presenteren.
Bieke, de knuffelpapa en juf vinden het een heel mooi dier, met een prachtige staart, wij vinden het dier een beetje te lui, er zit niet genoeg actie in.
De olifanten zijn buiten, ze laten zien hoe ze eten en er geeft er ene een demonstratie hoe een olifant drinkt.
kijken naar de olifanten, dat vinden we wel leuk.
Artur wil weten wat er onder hem te zien is.
Genoeg olifanten gezien, 'juf gaan we naar het volgende dier?
De leeuwen genieten van de zon.
Er zwemmen grote vissen in Planckendael.
De ooievaar, die kom je in en rond Planckendael tegen, je kan ze van ver horen klepperen.
Het is een hele mooie dag, we kunnen buiten eten.
Als je naar de dierentuin gaat, moet je een aap gezien hebben.
Zou dit een kabouterdorp zijn?
En nog ooievaars, mooie, grote vogels, met hele lange poten.
Wout heeft deze mooie paddestoel gezien.
De vliegenzwam heeft al wat van zijn kleur verloren.
De zebra's vinden we wel leuk, er is een kleuterzebra die vrolijk rond huppelt en gekke sprongen maakt.
Aan de kant zit een eend.
'mag ik ze aaien?' vraagt Wout.
Wout is een rustige jongen, dus hij mag het proberen, maar de eend heeft er geen zin in, uiteraard laten we haar dan gerust.
'Kijk juf, nog paddenstoelen!'
We zijn nog steeds op zoek naar een krokodil, maar nu komen we bij de giraffen terecht.
De giraffen komen naar ons toe, ze willen ons allemaal groeten.
'Juf, we hebben een krokodil gevonden! Maar het is geen groene...'
juf denkt dat het geen echte krokodil is, maar wij twijfelen.
Er zijn heel veel vissen bij de krokodil in de vijver, het lijkt alsof ze gaan knabbelen aan de krokodil, maar onze kindjes twijfelen, gaan ze nu kusjes geven, of gaan ze nu knuffelen, we weten het niet echt.
We zijn moe van het slenteren, we gaan terug richting auto.
Als je op onderstaand filmpje klikt, kan je alle foto's van onze uitstap zien.
Woensdag bekijken we de foto's van onze uitstap naar Planckendael.
We sorteren onze knuffels,
De dieren die we niet gezien hebben in Planckendael.
De dieren die we gezien hebben in Planckendael.
We tekenen over onze uitstap.
Op onze KidSmart kijken we naar een filmpje van het zandkasteel, zij gaan naar de dierentuin.
We laten de knuffels tot leven komen.
We schilderen een olifant.
We nemen het boek van Jules erbij en bootsen de dieren uit het boek na, maar ook andere dieren die we in Planckendael gezien hebben.
We staan op één been.
en we springen als een kangoeroe.
Onze olifant heeft een slurf nodig, knippen doen we met een schaar.
Onze leeshoek wordt aangevuld met boekjes over de dierentuin.
Juf vertelt het verhaaltje van Nijntje in de dierentuin en het verhaal van Kai Mook.
Wout had een leuk boek meegebracht over een krokodil, de krokodil eet altijd bananen, maar op een dag wil ze geen bananen meer.
We vonden het een grappig boekje.
Emile had ook boekjes mee, we bekeken de boekjes in ons boekenhoekje.
Emile wil het tafelkleed strijken.
Wannes is de fotograaf van dienst.
Vrijdagnamiddag toveren we onze klas om tot een tea room, zondag kan iedereen lekkere pannenkoeken eten op onze school.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten