Fietsen

Nora bracht het geboortekaartje van haar broertje mee.

Nora is de trotse zus van Kasper geworden!

Kasper is nog een baby en hij slaapt nog veel, patatjes eet hij nog niet, hij drinkt melk.

Af en toe weent Kasper wel eens, maar niet vaak.

Voor de andere kleutertjes is dit een aanleiding om te vertellen over hun gezin.  We vertellen over onze zus en/of broer.  Er zijn ook kindjes die geen broer of zus hebben, dat kan ook. 

Jules heeft een nieuwe fiets, een rode fiets, met een licht en een toeter.

Wij vertellen over onze fiets, welke kleur hij heeft en hoeveel wielen.

Met stift tekenen we de omtrek van de auto, maar met stiften kleuren we niet in onze klas, daar gebruiken we wasco's voor.

Omdat 'gezien worden' zeker zo belangrijk is als zelf zien, is een fluo vestje van grote waarde.

We schilderen een fluo vestje voor Jules, hij heeft een geel vestje.

Zijn gezicht en kleren schilderen we in een andere kleur.

We schilderen om beurten, want allemaal tegelijk lukt niet, maar dat is niet erg, de autohoek is erg populair!

In het verhaal 'stoeprand stop' leren we dat op het voetpad moeten stappen, aan de stoeprand moeten we altijd stoppen, zelfs als we een vriendje aan de overkant van de straat zien, mogen we niet zomaar overlopen.

We leren er ook een nieuw woordje, het personage in ons boekje zegt dat je niet mag 'hollen' op de stoep, dat kan gevaarlijk zijn als je plots moet stoppen, je kan beter naar het speelplein of het grasveld gaan als je wil 'hollen'.  Dat is een woordje dat wij niet kennen, juf zegt dat het een Nederlands woord is, de Hollanders gebruiken al eens een woord dat wij niet kennen.

We leerden weer iets bij.

Dat je moet oversteken aan het zebrapad, dat wisten we natuurlijk al, en je moet altijd goed kijken alvorens over te steken, kijken of er geen auto komt, maar ook of er geen fiets aankomt, als er echt niemand komt, mag je oversteken.

We gaan knikkerverven.  

'Wat gaan we doen juf?'

'Knikkerverven'

Oh, juf had de knikkers kunnen aanbieden als een vreemd voorwerp, want de meeste kindjes kennen dit niet.  Dat is eigenlijk normaal, zo'n kleine balletjes kunnen gevaarlijk zijn in kleuterhandjes, dit is zeker niet om mee te experimenteren.  Wij knikkerverven onder streng toezicht van onze juf.

Tuut-tuut, prachtige auto's op de baan!

In de zandbak spelen we met vrachtwagens en tractors.

Oei, we kunnen Jules niet meer zien...

Waar ben je Jules, wat is er gebeurd?

Jules zat verstopt onder witte strepen.

'Wat is dit, Jules?'

'Dat zijn zo'n strepen vanop de straat.'

'Dat begrijp ik niet, Jules, wat bedoel je precies''

'Wel zo'n strepen op de straat, er liggen er hier nog in de klas'

Onze kleutertjes gaan op zoek naar de andere strepen.

Stam weet ons te zeggen dat er een grote streep is, een beetje kleinere streep en een kleine streep.

We sorteren de strepen meteen per grootte.

Jules legt de kleine streepjes allemaal achter elkaar, 'dat zijn zo van die strepen op de straat, waar je moet over stappen' vertelt hij nog.

Ilai weet het plots: 'een zebrapad'.

'Ja, dat is het!' roept Jules enthousiast.

Helaas heeft juf hier geen foto van gemaakt.

We gaan foto's maken, zodat juf een foto van ons allemaal op onze klasfoto kan zetten.

Zo'n 'fotoshoot' vinden we best wel leuk.

De grote, witte strepen nemen we mee naar buiten en we leggen er een zebrapad mee aan.

Hier kunnen we ons versje oefenen.

Witte strepen op de straat, 

Gek is dat! 

Witte strepen op de straat, 

Een zebrapad! 

Hoor je iets? 

Een auto of een fiets? 

Heb je goed gekeken? 

Mag je al oversteken?

Bron Dag Jules, uitg. Zwijsen

Juf heeft verschillende bellen meegebracht.

Deze fietsbel hoor je goed, zij klinkt het luidst

Dit is een roze fietsbel, die vinden we heel mooi

De toeter maakt véél lawaai.

Dit belletje klingelt

dit is een bijzondere bel, als je op het pinnetje in het midden tikt, maakt deze bel een mooi geluid.

Dit zijn ook bijzondere belletjes, ze klinken zacht.

Al onze geluidjes op een rij.

Als we donderdag naar huis gaan stempelt juf een fiets op onze hand.

Onze mama's en papa's hebben de themabrief, het voorafje wel gelezen op Smartschool, maar het is nog een geheugensteuntje, zo weten we weer dat het morgen strapdag is en dat stappend of trappend naar school komen, we mogen vrijdag onze fiets meebrengen.

We bekijken de fietsen van onze fietsende kleuters.

We kijken naar de kleur van de fiets, we tellen het aantal wielen, we vergelijken het stuur van elkaars fiets, sommige fietsen hebben trappers, ook wel pedalen genoemd, anderen hebben dat niet, er is ook een fiets met een echte fietsbel.

Een fietshelm zetten we ons hoofd, de helm beschermt ons hoofd als we zouden vallen.

De 'stalen rossen' van onze trappers.

We gaan een fietswimpel maken, we beginnen er niet zomaar aan.

Eerst kiezen we een kleur, om onze wimpel te versieren, dan rijden we een auto door de verf en dan rijden we met de auto over onze wimpel.

Maandag speelt juf Tik-Tak.

We zitten klaar, 'begin er maar aan, juf!'

Onze kleutertjes genieten, dat is ook de bedoeling.

Enkele kindjes verwoorden wat ze zien, de ene kleuter pikt in op wat de andere zegt.

Sep zegt op het einde van elk item telkens hetzelfde: 'wat komt er nu?'

Na de voorstelling vertellen de kleuters wat ze het leukste vonden in Tik-Tak.

Juf verknipte voor elk van ons een tekening van een fiets, wij puzzelen hem weer in elkaar.

Onze puzzel is helemaal gemaakt.

Op onze gevoelenskalender kunnen we zien dat al onze klasgenootjes blij zijn.

Juf vertelt het verhaal Anna in het verkeer.

Anna gaat fietsen met mama, ze gaat in het fietsstoeltje achterop mama's fiets, ze wordt vastgeriemd en zet een fietshelm op, klaar voor de rit naar het ijsjessalon!

Daar zijn de bellen en de toeter terug.

We spelen er een spel mee.

Juf verstopt een bel achter een scherm. 

Wij luisteren heel goed en zeggen aan juf welke bel of toeter we horen.

Bravo voor onszelf, we kunnen dit goed!

Oren goed open en luister maar!

Wie graag in het donkere hoekje wil spelen, vraagt een lampje aan juf.

Ilai wil graag in het donkere hoekje spelen, dat mag, maar Ilai staat snel terug in de klas, 

'juf, ik ben een beetje bang in het donkere hoekje'.

Geen probleem, er is een vriendje dat met alle plezier meegaat.

Puzzeltijd!

We spelen buiten een telspel, we gaan om het snelst naar school.

We staan thuis in ons huis en gaan naar school.

We rollen met de dobbelsteen en tellen hoeveel stippen er bovenaan liggen, we mogen evenveel stappen vooruit gaan.

Even 'chillen'

Onze week was weer zeer snel om!

We kijken uit naar een nieuwe week met juf Nina.